Jacob van Campen is geboren in Haarlem in 1596 en in 1657 overleden in Amersfoort.
Dat hij de architect is van het Paleis op de Dam in Amsterdam is bij veel mensen bekend. Buiten het feit dat hij de Wegh der Weegen heeft ontworpen was hij ook schilder. Hij stond ingeschreven bij het Sint Lucasgilde in Haarlem en bewoog zich in het culturele leven in die stad. In het museum Flehite in Amersfoort hangen enkele werken van zijn hand.
Van Campen was goed bevriend met Peter Saenredam en onderhield nauwe contacten met schilders in Amsterdam, Leiden en Utrecht. Ook werd hij beïnvloed door het werk van Peter Paul Rubens , die in Antwerpen actief was en in contact stond met schilders in de Noordelijke Nederlanden. Uiteindelijk ontwikkelde van Campen een stijl van schilderen die als “Haarlems classicisme” bekend zou worden. Geestverwanten in die schilderstijl waren onder andere Caesar van Everdingen, Salomon de Bray en Pieter de Grebber. Deze classicisten waren met name gericht op het schilderen van historiestukken.
Naast Haarlem was Amersfoort een belangrijke werkplek voor van Campen. Hij had van zijn moeder het buiten Randenbroek geërfd. Hij bouwde de eenvoudige boerenhofstede uit tot een fraaie buitenplaats . Randenbroek groeide uit tot een informeel centrum voor kunst en wetenschap. Van Campen onderhield contacten met de Amersfoortse schilders Paulus Bor en Matthias Withoos, veel geziene gasten op Randenbroek.