Geschiedenis
Inleiding
Geschiedenis Wegh der Weegen
1600
In 1647, in de aanloop tot de Vrede van Munster, werd de aanzet gegeven tot de aanleg van een elf kilometer lange weg over de uitgestrekte heide tussen Amersfoort en Utrecht. De Amersfoortseweg was meer dan zestig meter breed en daarmee een uitzondering in de Republiek. Tot aan de komst van de autosnelwegen in de twintigste eeuw zou in Nederland nooit meer zo’n brede weg worden aangelegd.
Everard Meyster
De weg was opgezet volgens het klassieke ideaal dat in de Gouden Eeuw opgang maakte in de Republiek. De weg werd op basis van architectuurtractaten, zoals die van de Italiaanse architecten Andrea Palladio en Vincenzo Scamozzi, ontworpen door Jacob van Campen, architect van het stadhuis van Amsterdam en bewoner van de Amersfoortse buitenplaats Randenbroek. De zeventiende-eeuwse aristocraat Everard Meyster, een goede vriend van Van Campen, omschreef de Amersfoortseweg als de nieuwe Via Appia en noemde hem de ‘Wegh der Weegen’. De lijnrechte weg had een uitgesproken monumentaal karakter, met aan weerszijden drie rijen eikenbomen en langs de weg ruim bemeten bouwpercelen, bedoeld voor de aanleg van buitenplaatsen voor de stedelijke elite.
De publiek-private samenwerking
De ontwikkeling van buitenplaatsen langs de weg kwam nooit goed van de grond, ondanks de bouw van huizen als Zandbergen en Beukbergen. Na het Rampjaar 1672 stagneerde de ontwikkeling. Maar de Staten van Utrecht kregen het op deze manier wel voor elkaar om voor een minimaal bedrag een monumentale avenue aan te leggen.
1800
De zandweg wordt steenstraat
De weg, de sorties en de vakken bleven na de aanleg lange tijd onveranderd. De tand des tijds liet zich voelen, en de weg en de beplanting raakten regelmatig zodanig in verval dat de Staten van Utrecht de eigenaren van de vakken moesten dwingen tot onderhoud. Dit probleem werd vroeg in de negentiende eeuw opgelost doordat de Amersfoortseweg de status van Rijksweg kreeg. Het onderhoud werd hiermee een taak van de overheid. De status van Rijksweg zorgde voor een omslag in het denken over de Amersfoortseweg: in plaats van een op zichzelf staand object werd de weg gezien als onderdeel van een netwerk. Dit zou leiden tot allerlei nieuwe eisen aan de weg. In bestrating en profilering moest hij worden aangepast aan de standaarden die op rijksniveau aan wegen werden gesteld. Met de bestrating van de weg werd voor het eerst tolheffing ingevoerd. Het geld voor de aanleg van de ‘Koninklijke Straatweg’ werd geleend. Het werd terugbetaald uit de opbrengsten van de tollen bij de herbergen Huis ter Heide en Spitsheuvel, die daar vanaf 1808 hebben gestaan. Deze zijn in bedrijf gebleven tot de afschaffing van de rijkstollen op 1 mei 1900.
Van ideaal naar schrikbeeld
In de negentiende eeuw dacht men heel anders over de classicistische esthetiek waar de Amersfoortseweg het resultaat van was. Rond 1800 had zich een omwenteling voltrokken in de wijze waarop de mens keek naar landschap en natuur. Deze blik kwam voort uit het wereldbeeld van de Romantiek, dat zich snel en op veel terreinen verbreidde. Zo snel, dat de wereld van vóór 1800 onherkenbaar werd. Een heel ander idee van landschapsinrichting werd gemeengoed. De lange, rechte, symmetrische Amersfoortseweg was niet langer het ideaal, maar een schrikbeeld van een weg. In de Engelse landschapsstijl, die sterk in opkomst was, waren wegen niet recht, maar slingerend. Het feit dat de aanleg en oorspronkelijke bedoelingen van de Amersfoortseweg in de vergetelheid raakten, komt voort uit deze radicaal andere visie op het landschap.
1900
Nieuwe infrastructuur
Een spoorlijn die tot grote ruimtelijke veranderingen in het gebied zou leiden was die van Utrecht naar Zeist via De Bilt. Deze kruiste de Amersfoortseweg bij het Huis ter Heide. De Nederlandsche Buurtspoorweg Maatschappij legde in 1901 het station Huis ter Heide aan.
Dit bood nieuwe mogelijkheden voor de exploitatie van het bos- en stuifduingebied. Het stationsgebouw staat er nog steeds, maar werd in 1943 verbouwd tot café. Tot voor kort heette het de ‘Spitfire’ en was in de tijd dat de Amerikanen op de vliegbasis Soesterberg gestationeerd waren (1954-1994) een populair café bij Amerikanen. Momenteel staat het pand leeg.
Langs de Amersfoortseweg heeft tussen 1907 en 1927 een smalspoor gelegen ten behoeve van een treinverbinding van Kamp Zeist, waar het korps Genietroepen was gelegerd, met het station in Huis ter Heide. Er werden vooral materialen vervoerd, maar op zondag ook gebruikt door manschappen die met verlof gingen.
Naast grote villa’s verschenen vakantiekolonies en medische instellingen in het gebied. In 1912 werd de spoorlijn overgedragen aan de gemeente Zeist. De Maatschappij zou 62.500 gulden betalen. Door het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) werd dit contract nooit van kracht. In 1923 vond de overdracht van de spoorlijn aan de gemeente alsnog plaats, tegen een bedrag van 95.000 gulden.
De bebouwing en beplanting van het gebied was intussen goed op gang gekomen; in de Weekbode voor Zeist, Driebergen en Omstreken werd in 1913 geschreven dat Bosch en Duin, ‘eens als een huilende wildernis gemeden, slechts door schilders, dichters en dwepers werd bezocht’, maar dat ‘die vermaledijde zandwoestijn thans door zovelen tot woonplaats uitverkoren wordt’.
De A28
De snelweg A28 zou dwars door het militaire oefenterrein op de Leusderheide lopen. Generaal Stoorvogel stelde daarom een alternatief tracé voor. Dit was volgens berekeningen van Rijkswaterstaat echter 4.425.000 gulden duurder dan het eigen ontwerp. Na de aanleg van deze nieuwe Rijksweg werd de Amersfoortseweg weer een provinciale weg. Waar de structuur van de weg niet door verkeerskundige ingrepen werd gewijzigd, bleef hij bestaan. Op een aantal plaatsen, zoals op de buitenplaatsen Zandbergen en Beukbergen, was de structuur van sorties verlengd bij uitbreidingen van de landgoederen.
NU
Wat zien we nog terug?
Door de jaren heen is er veel op de Wegh der Weegen toegevoegd, aangepast en weggehaald. Welke dingen zien wij vandaag de dag nog staan als herinnering uit het verleden? Zie hier onze vakkenpagina.
Villa’s, villaparken en boerderijen
Religieuze, militaire en medische functies
Ook medische en psychiatrische inrichtingen werden langs de weg gevestigd. Sommige namen een bestaande buitenplaats in gebruik, zoals de Sterrenberg (momenteel Abrona geheten) uit 1927 bij Huis ter Heide. Maar meestal werd een geheel nieuw complex aangelegd, zoals het psychiatrisch centrum Zon en Schild/Hebron uit 1928-1932. Zie hier onze vakkenpagina.